Missie
In de Mini Volleybal Academie bereiden we de kinderen voor op het 6 tegen 6 volleybal. Mini Volleybal bestaat uit 2/2, 3/3 en 4/4 spelsituaties. We herkennen dezelfde tactische interacties tussen de spelers als in het 6/6 volleybal: lijnen (vb. receptie en blok) en driehoeken (vb. verdediging).
2/2
- De spelers vormen een lijn: parallel (naast elkaar), loodrecht (achter elkaar) of diagonaal (zowel naast als achter elkaar).
- Relatie tussen twee spelers.
- Eén conflictzone.
3/3
- Omgaan met twee conflictzones.
- De drie spelers zijn verantwoordelijk voor het eerste balcontact (geen speler aan het net).
- De spelers leren omgaan met de lijn(van drie) en de driehoeksformatie (één met de punt weg van het net, één met de punt naar het net toe).
- Deze opstellingen weerspiegelen de voorste en achterste lijn in het 6/6 volleybal.
- Verdedigingssystemen, receptie en aanval kunnen ontwikkeld worden zoals in het 6/6.
4/4
- Het 6/6 spel komt opnieuw naar voor:
- Er zijn 3 aanvalslijnen.
- Onderscheid tussen midden- en hoekblokkeerders.
- Ontwikkelen van de relatie tussen blok en verdediging.
- Penetratie vanuit het achterveld.
- Er zijn verschillende tactische opstellingen mogelijk:
- Vierkant: 2 spelers aan het net en 2 in het achterveld (gebruiken van de hoekblokkeerder).
- Ruit: 3 spelers aan het net en 1 in het achterveld (gebruiken van een middenblokkeerder).